Kenmerken van de riviernatuur
Deze terreinen worden gekenmerkt door karakteristieke riviernatuur, waarbij vooral de bloemenrijkdom in de zomer en de watervogels in de winter opvallen. De Overlaat van Linne en de oevers van de Molengreend zijn vrij toegankelijk voor voetgangers. Over de Overlaat loopt een fietspad dat de west- en oostoever van de Maas met elkaar verbindt. Vanwege de aanwezigheid van grazers zijn honden niet toegestaan op de overlaat, maar honden mogen wel aangelijnd mee op de verharde weg.
Vogelhabitat
Vanaf de oostkant van de sluizen bij Osen heb je een schitterend uitzicht over het Maasplassengebied. Direct naast het sluizencomplex ligt de Gerelingsplas, waar in de noordelijke hoek eilandjes zijn aangelegd met wilgenbos. Hier broeden futen en meerkoeten aan de waterkant, en in het bosje bevindt zich een beverburcht. De Gerelingsplas en de Spoorplas (afgesloten van de Maas) vormen een belangrijk watervogelgebied binnen de Maasplassen.
De Overlaat van Linne heeft een heel ander uiterlijk. Bij hoge waterstanden wordt het Maaswater om de stuw heen geleid, terwijl er bij lage waterstand een afgetakte Maasarm ligt die bijna niet stroomt. Langs de oevers komen moerasvegetaties voor met lisdodde, liesgras en ruigtekruiden. In het water groeien fonteinkruidsoorten en andere drijvende waterplanten, waar paartjes krakeenden in broeden. Op de dijken langs de Overlaat staan grote populieren, met daaronder een soortenarme ruigte die veel dekking biedt aan broedvogels zoals de bosrietzanger. Het terrein wordt jaarrond begraasd door een kleine kudde galloways.
Ook de oevers van de Molengreend worden door galloways begraasd. Zeker in de (na)zomer zijn deze oevers vanwege hun kleurenrijkdom een wandeling waard. Hier komen bloemrijke vegetaties in optima forma voor. Op een van de eilandjes broedt in het voorjaar een kleine kolonie aalscholvers. In juni en juli wordt de plas door ruiende ganzen benut, die tijdens deze periode geen kunnen vliegen en rustig water zonder recreatie nodig hebben om deze kritieke fase in hun jaar te doorstaan. In de wintermaanden wordt deze plas ook door grote aantallen eenden gebruikt om vorstvrij te overwinteren.